Het aantal verkeersdoden onder fietsers in Drenthe verdubbelde in vijf jaar tijd, van acht in 2018 naar vijftien in 2023. Terwijl het aantal dodelijke slachtoffers onder automobilisten terugliep van veertien naar negen. De PvdA trapte hierover met schriftelijke Statenvragen de discussie af in de provinciale politiek.

Afleiding door smartphone
Fractievoorzitter Hendrikus Loof maakt zich zorgen over de toenemende onveiligheid van fietsers. Het ligt aan jongeren die zich laten afleiden door de smartphone en door ouderen die de snelheid van hun elektrische fietsen onderschatten, zo luidde kort samengevat de reactie van Veilig Verkeer Nederland Drenthe. Oostergetel vindt dit te kort door de bocht.
„Zeker, het is heel belangrijk dat jongeren zich niet laten afleiden door de smartphone. Maar daarmee keer je de trend niet van het toenemend aantal slachtoffers”, zegt Oostergetel. Hij erkent dat veel jongeren ooit een auto zullen besturen en er zeker dan van doordrongen moeten zijn dat ze hun hoofd bij het verkeer moet houden.
„Maar hoewel er steeds meer gegevens over verkeersongelukken beschikbaar komen, weten we nog niet goed welke oorzaken er aan ten grondslag liggen”, zegt Oostergetel. „We weten wel dat van 2021 op 2022 in Drenthe het aantal fietsers dat verongelukte door een botsing met een motorvoertuig, flink toenam. Maar het is niet duidelijk of dit komt doordat de fietsers niet goed uitkeken, of doordat de automobilist te hard reed. Maar je kunt het dus niet zonder meer aan de smartphone of de snelle fiets toeschrijven.”
Oostergetel vreest dat de provincie het laat bij een gedragscampagne gericht op fietsers: gebruik je smartphone niet en wees voorzichtig op je elektrische fiets. Er moet veel meer gebeuren, vindt Oostergetel.

30 in bebouwde kom
„Om te beginnen een lagere snelheid van auto’s. Als je op de meeste wegen in de bebouwde kom de maximumsnelheid terugbrengt tot 30 kilometer per uur, sorteer je een groot effect. Bij 30 heb je als automobilist meer tijd om te remmen. Als er dan toch een ongeluk ontstaat, zijn de gevolgen minder ernstig.” Buiten de bebouwde kom moet de snelheid op meer plekken terug van 80 naar 60, zeker bij plekken waar fietsers oversteken, betoogt Oostergetel.
Het volstaat dan niet om een bord te plaatsen met de nieuwe maximumsnelheid, benadrukt Oostergetel. „Je zult ook de weg anders moeten inrichten, met verkeersdrempels bijvoorbeeld. Anders blijven mensen te hard rijden. En je moet ook zorgen voor goede handhaving.”

Lobby autofabrikanten
De techniek staat voor niets en fabrikanten kunnen nieuwe auto’s zo uitrusten dat je helemaal niet meer te hard kunt rijden. „De Europese Unie zou dat bij nieuwe auto’s verplicht kunnen stellen”, zegt Oostergetel. „Dan zou je al die verkeersdrempels op den duur niet meer nodig hebben. Ik vrees dat het hier niet van komt, want de lobby van autofabrikanten verzet zich hier sterk tegen.”
Drenthe noemt zich de fietsprovincie bij uitstek, daarnaast zijn er allerlei projecten die ouderen moeten stimuleren om te blijven fietsen. Maar dan moeten fietspaden en oversteekplaatsen echt veiliger worden, benadrukt Oostergetel. Hij voert hierover dikwijls gesprekken de provincie en met gemeenten.

Hoogteverschil
„Tussen het fietspad en de berm ernaast is vaak een groot hoogteverschil. Als je als oudere dan even slingert en van het pad raakt, kun je gemakkelijk vallen.” Veel slachtoffers breken hierdoor hun heup, met alle gevolgen van dien
Oostergetel vindt dat Drenthe een voorbeeld moet nemen aan de provincie Utrecht. „Die steekt veel meer geld dan Drenthe in veilige fietspaden en veilige oversteekplaatsen. Het aantal slachtoffers onder de fietsers neemt daar af, terwijl het hier toeneemt. Als Drenthe de ambities als fietsprovincie wil waarmaken, moet hier echt meer aandacht voor komen.”

Bron: DvhN | Foto: Marcel Jurian de Jong