Zonder jicht en met fiets volgde Geerdink het spoor van de podagristen uit 1843

geerding2

Hoe waren de Drentse landschappen in 1843 en wat zie je daar nu nog van terug?

Die vragen waren voor Peter Geerdink uit Dalen de belangrijkste drijfveren om zijn reeks Reis door literair erfgoed te schrijven. Het werden vijf boekjes vol met wandel- en fietsroutes waarmee mensen in het spoor kunnen treden van de podagristen.
Geerdink raakte geïntrigeerd door de boeken Drenthe in vlugtige en losse omtrekken geschetst door Drie Podagristen. Misschien wel de eerste literatuur van Drenthe. “En het mooie vind ik vooral de landschappen die ze beschrijven zoals ze die zijn tegengekomen”, zo vertelt de oud-leraar.

De podagristen waren drie Coevordenaren; uitgever Dubbeld Hemsing van der Scheer, journalist Harm Boom en pastoor Alexander Lodewijk Lesturgeon. Vanaf 1843 schreven zij boeken over hun wandeltocht van het Duitse Bad Bentheim naar Assen.
Peter Geerdink: “Ze hadden voetjicht en gingen naar het kuuroord Bad Bentheim. Dan moest je in de geneeskrachtige bronnen en was je genezen. Als bewijs daarvan, zo wordt verteld, hebben ze een voettocht gemaakt dwars door Duitsland en Drenthe.”

Bruiloften en begrafenissen
Geerdink dook in die boeken. “Het zijn meerdere uitgaven van 1843 tot 1847. En acht jaar later schreef Harm Boom nog een boek over de laatste etappe in Assen. Het boek is in oud-Nederlands geschreven, maar wel goed te lezen. Het is heel uitgebreid, met uitweidingen en omschrijvingen van allerlei activiteiten onderweg, zoals bruiloften en begrafenissen.” Maar het waren vooral de omschreven landschappen die Peter Geerdink interesseerden: “Als je door Drenthe fietst of loopt, zou de landschappen beter moeten kennen, om ervan te kunnen genieten. Daarom ben ik begonnen aan mijn eigen boeken.”

Vertaald naar 2022
De schrijver vertaalde de tocht van de podagristen naar het wegennet van 2022 en legde de route zelf af. Niet zoals de podagristen te voet, maar Geerdink stapte op de fiets. “Ik ben begonnen in Coevorden en geëindigd in Assen. Tijdens de routes ben ik me gaan richten op de verschillende landschappen die je tegenkomt; het veenlandschap, de esdorpen, het zandlandschap en het beekdallandschap. Ik ben geograaf, dus landschapsontwikkeling vind ik een prachtig onderwerp om over te schrijven.”
De podagristen konden in 1843 niet gebruik maken van het uitgebreide wegennet dat er inmiddels ligt. “Neem bijvoorbeeld het veen, daar liep eigenlijk alleen een weg naar Roswinkel, Nieuw-Buinen en Gasselternijveen. Die wegen heb ik wel zoveel mogelijk gevolgd, maar natuurlijk heb ik ook nieuwe wegen gebruikt, vooral fietspaden.”

Gelijkenissen
Ondanks grote verschillen tussen 1843 en 2022, zijn er in Drenthe ook genoeg plekken aardig gelijk gebleven. “Orvelte en Anderen zijn mooie voorbeelden. Anderen is door de podagristen mooi omschreven als esdorp. Dat heb ik ook meegenomen in mijn boek. En dat geldt ook voor esdorpen als Oosterhesselen, Zweeloo en Sleen. Veel van 1843 kun je daar nu nog terugvinden”, legt Peter Geerdink uit.
Kiezen wat het mooiste plekje langs de route is? Dat kan Geerdink niet. “Wie in het veen geboren is, houdt van recht toe, recht aan. Dat is prachtig. Maar als je over de Hondsrug door een dorpje fietst, is die knusheid en geborgenheid ook prachtig. En dan heb je ook nog de historie van de steden Coevorden en Assen. Dus wat het mooiste is, dat kan ik niet zeggen.”

Moderne podragrist?
De schrijver ziet zichzelf niet als moderne podagrist. “Ik voel me vooral een ontdekker. Ik wilde de verschillen zien en ervaren van de landschappen. En met mijn boeken wil ik de mensen die door het landschap fietsen vooraf laten ervaren; wat zie ik straks? Waarom is dat mooi, is dat iets wat ik begrijp? Want als je weet wat je ziet, geniet je er meer van.”

Reis door literair erfgoed is uitgegeven door Ter Verpoozing in Peize. De reeks bestaat uit vijf delen en we verloten een pakket in Drenthe Toen. Meedoen? Mail naar [email protected].

Bron en foto’s: RTV Drenthe / Sophie Timmer

geerding3

Categorieën